Feit of Fabel?

07-11-2022

Een bekende manier om vet te verliezen die veel wordt gebruikt door bodybuilders, atleten maar ook recreanten is, om 's ochtends vroeg op een lege maag cardio training te doen. Bill Phillips kwam als eerste met deze techniek (Phillips, 1999). Phillips beweert dat het uitvoeren van 20 minuten intensieve aerobe training na een volledige nacht vaste grotere effecten had op vetverlies dan een heel uur in de postprandiale toestand. De achterliggende gedachte hiervan was dat de lage glycogeenniveaus het lichaam verleiden om een andere energiebron te vinden dan koolhydraten. Hoewel dit vooruitzicht om vet te verbranden in nuchtere toestand aantrekkelijk klinkt, ondersteunt de wetenschap dit voorlopig nog niet.

Het is kortzichtig om alleen te kijken daar de hoeveelheid vet wat er wordt verband tijdens een trainingssessie. Het lichaam is een zeer dynamisch systeem en past het gebruik van vet als brandstof voortdurend aan. Het gebruik van vet wordt bepaald door een groot aantal factoren zoals hormonale secreties en enzymactiviteit. Deze factoren kunnen ieder moment veranderen. Vetverbranding moet ook niet van uur tot uur bekeken worden maar eerder van dag tot dag. De algemene regel is dat als je meer koolhydraten je verbrandt u automatisch ook meer vet verbrand, dit telt andersom natuurlijk ook.
Wel kan hier nog bij vermeldt worden dat HIT training een erg effectieve methode is gebleken voor het maximaliseren van vetverlies. Dit is vergeleken met proefpersonen die een steady state training deden, de HIT training bleek superieur voor de vetverbranding. (Tremblay A, 1994).

Het concept om cardiotraining te doen op een lege maag om vetverlies te bevorderen is onjuist (Shoenfeld, 2011). Wel moet worden opgemerkt dat de consumptie van koolhydraten voor aerobe training met lage intensiteit (<60% VOmax) bij ongetrainde proefpersonen de opname van vetzuren met lange ketens in de mitochondriën vermindert, hierdoor verzwakt de vetoxidatie. Dit komt waarschijnlijk door een insuline gemedieerde verzwakking van de lipolyse van vetweefsel, een verhoogde glycolytische flux en een verminderde expressie van genen die betrokken zijn bij vetzuur transport en oxidatie. Aangetoond is dat zowel de getraindheid als de aerobe trainingsintensiteit de effecten van een maaltijd voor de training op vetoxidatie verminderen. Dit alles maakt het onderwerp zeer complex.

Horowitz et al. (J F Horowitz, 1997) en Febbraio et al. (M A Febbraio, 2000)Hebben beide onderzoek gedaan naar dit onderwerp. Om dit boek leesbaar te houden is ervoor gekozen om de inhoud hiervan achterwege te laten. Wel kan uit deze onderzoeken geconcludeerd worden dat tijdens cardiovasculaire oefeningen met matige tot hoge intensiteit in nuchtere toestand - en voor getrainde personen, ongeacht de intensiteit, aanzienlijk meer vet wordt afgebroken dan het lichaam kan gebruikten als brandstof. De overtollige vrije vetzuren die niet geoxideerd worden zullen uiteindelijk opnieuw gevormd tot vetweefsel. Hierdoor worden eigenlijk alle voordelen van het trainen op een lege maag weer teniet gedaan.

Feit of Fabel:

Fabel, Het is dus niet mogelijk op meer vetmassa te verbanden door de trainen op een lege maag. In eerste instantie lijkt dit wel maar dit 'te veel' verbrande vet zal weer terug worden omgezet in vetmassa. Ten slotte heeft het sporten op een lege maag ook nog invloed op het inspanningsniveau wat haalbaar is en hierdoor een negatief effect op de vetbranding. Je kan dus beter wel iets eten voor de training omdat het netto resultaat hiervan groter is. Meer lichamelijke activiteit = meer vetverbranding.

Postprandiale toestand: De lichamelijke toestand na het eten

Glycogeenniveaus: Glycogeen is een energievoorraad in de spieren en in je lever

hormonale secreties: Het afgeven van hormonen door cellen

enzymactiviteit: de snelheid waarmee een enzym een scheikundige reactie uitvoert, dit is op zijn beurt weer afhankelijk van allerlei factoren zoals temperatuur of de zuurgraad